Gasvorm Zuurstof Stromb 10l – 2,1 M3

 11,68

Uitverkocht

Indicatie

Correctie van hypoxie

  • In aandoeningen die hypoventilatie van de longen veroorzaken zoals chronische bronchitis, pneumonie of longoedeem
  • Bij hypoxie die veroorzaakt wordt door bronchospasme, zoals bij astma
  • Bij uitgebreide fibroserende alveolitis
  • Na algemene anesthesie
  • In omstandigheden waar het zuurstofgehalte van de ingeademde lucht ontoereikend is, zoals tijdens het verblijf op grote hoogten of in een zuurstofarme atmosfeer

Andere indicaties

  • Bij de behandeling van koolstofmonoxidevergiftiging
  • Door verbetering van de zuurstofvoorziening na inhalatie-ongevallen
  • In afwachting van meer specifieke behandelingen, in geval de ademhaling onderdrukt of uitgeschakeld is.
  • Reductie van de partiële druk van inerte gassen zoals stikstof, met de bedoeling om ze uit het lichaam of uit lichaamsholten te verwijderen.
  • Intestinale obstructie (ileus), pneumothorax, luchtembolie en decompressieziekte

Intermittente hyperbare zuurstoftherapie

  • Koolstofmonoxide- of cyanidevergiftiging
  • Gevolgen van rookinhalatie
  • Acute traumatische ischemieën
  • Decompressieziekte.
  • Bevordering van de heling van een aantal problematische wonden
  • Uitzonderlijk bloedverlies.
  • Gasgangreen ten gevolge van Clostridiuminfecties
  • Necrotiserende infecties van weke weefsels.
  • Bestralingsnecrose

Contra indicatie

– Patiënten met een verhoogde PaCO2 – Intoxicaties door substanties die de ademhalingsactiviteit verminderen;
– Problemen van ademhalingscontrole op het niveau van het centraal zenuwstelsel.

Gebruik

Verlaagde PO2 zonder CO2-retentie

  • FiO2 = 21 – 28 %:
    • Debiet: ± 1 liter/min. per 3 % gewenste verhoging van de FiO2 via een low flow afleveringssysteem
    • Bij COPD-patiënten beginnen met FiO2 28 %, en zodra mogelijk reduceren tot 24%
    • FiO2 = 28 %
    • Debiet:
    • Terugbrengen tot 24 % zodra mogelijk of nodig
    • FiO2 = 35 % (ernstige hypoxemie)
    • Debiet te berekenen aan de hand van het ademhalingspatroon
    • FiO2 = 60 % (ernstige hypoxemie)
    • Debiet te berekenen aan de hand van het ademhalingspatroon
    • FiO2 > 60 % (acute hypoxemie)
    • Debiet
    • Monitoring van het zuurstofgehalte in het arteriëel bloed is noodzakelijk, en bij geassociëerde acute acidosis moet de patiënt geëntubeerd en geventileerd worden

Verlaagde PO2 met CO2-retentie

  • FiO2 = 21 – 28 %:
  • Debiet: ± 1 liter/min. per 3 % gewenste verhoging van de FiO2 via low flow afleveringssysteem
  • Terugbrengen tot laagste concentratie zodra mogelijk of nodig
  • FiO2 = 35 % – 60%
  • Debiet te berekenen aan de hand van ademhalingspatroo
  • Monitoring van het zuurstofgehalte in het arteriëel bloed is noodzakelijk, en bij geassociëerde acute acidosis moet de patiënt geëntubeerd en geventileerd worden
  • FiO2 = 60 – 100 % (acute hypoxemie)
  • Debiet te berekenen aan de hand van ademhalingspatroon
  • Via high flow afleveringssysteem
  • Monitoring van het zuurstofgehalte in het arteriëel bloed is noodzakelijk, en bij geassociëerde acute acidosis moet de patiënt geëntubeerd en geventileerd worden

Prematuren

  • De dosis moet zo laag mogelijk en de toediening zo kort mogelijk gehouden worden

Toedieningswijze

  • Normobare medische zuurstof
  • Via een low flow-afleveringssysteem
  • Via een high-flow -afleveringssysteem
  • Hyperbare zuurstof wordt toegediend door de patiënt in een hogedrukkamer te plaatsen en zuurstof via een masker intermittent toe te dienen
  • Soms wordt zuurstof toegediend door rechtstreekse bijmenging in extracorporaal circulerend bloed